Geschiedenis vanaf het ontstaan van ‘Ons dorpshuis’

Piet Kaan en Henk Veenhof          (Artikel in tijdschrift "Toen" september 2019 van de Historische Vereniging)

 

Na een aantal lastige jaren heeft het Dorpshuis een nieuw bestuur, dat met veel elan de draad weer heeft opgepakt om allerlei activiteiten te organiseren. Eén van deze activiteiten vormt hun bijdrage aan de herontwikkeling van het voorterrein voor het dorpshuis en de sporthal. Juist bij de verschijning van deze uitgave van de Toen, wordt de oplevering van dit project op feestelijke wijze gevierd. In dit artikel leest u alles over de oprichting, de personen die hierbij betrokken waren en de eerste jaren van het bestaan van ‘Ons Dorpshuis’ in Annen.    

 

‘Mij is gevraagd iets te vertellen over ‘Ons Dorpshuis’ en doe dit bijzonder graag‘, zo begon de toespraak van mevrouw Rienks bij de opening van het nieuwe dorpshuis op 25 november 1978. Vanaf 1946 was ze werkzaam als onderwijzeres aan de lagere school te Annen en vanaf die tijd is ze ook secretaris geweest van het dorpshuis. Aan de hand van haar geschreven rede van bijna zeven bladzijden, zijn we de ontstaansgeschiedenis van het dorpshuis gaan onderzoeken.

 

 

In de twintiger jaren was er in Drenthe alleen een dorpshuis in Eelde. Het is bijna niet voor te stellen, maar het tweede dorpshuis in Drenthe kwam in Annen. Aan de lagere school in Annen werkte onderwijzeres mevrouw Klasen en door haar doorzettingsvermogen en aan haar overredingskracht is het te danken dat hier een dorpshuis werd gebouwd. In 1925 kwamen enkele personen samen om binnen de gemeente Anloo een vereniging op te richten die zich bezig zou gaan houden met het organiseren van cursussen en ander maatschappelijk werk. Op 29 oktober vond in café Ensing (later Luth, Schuiling en Disco ‘76) de oprichting plaats van de vereniging ‘Ons Dorpshuis’. Het bestuur bestond uit voorzitter burgemeester Engelenburg, huisarts Jager, hoofdonderwijzer de Vries, onderwijzeres mevrouw Klasen en mevrouw Mulder-Noordhoek, de echtgenote van de gemeentesecretaris van de gemeente Anloo.

Het doel van de vereniging was: ‘Het geven van cursussen ter vermeerdering van kennis op allerlei gebied, alzo ook tot vermeerdering van het geluk en de stoffelijke welvaart van de deelnemers’.               Een aantal cursussen stond reeds op stapel, waaronder een naai- en verstelcursus, een cursus figuurzagen, handwerkcursus, cursus verbandleer en een inmaakcursus. Vooral door de enthousiaste onderwijzeres mevrouw Klasen telde het eerste jaar maar liefst 147 cursisten. 

Het cursuswerk, gegeven in een leegstaand schoollokaal, sloeg aan en na 1928 werden er ook N.O. cursussen (Nijverheidsonderwijs) gegeven, zoals een tuinbouwcursus, gegeven door hoofdmeester van Bergen en een boekhoudcursus, waarvoor ook subsidie van het Rijk werd ontvangen. Elk jaar ontving de vereniging een voorschot op de subsidie en na elk jaar moest er ter goedkeuring een rekening en verantwoording worden ingediend bij het departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, afdeling Nijverheidsonderwijs. Na goedkeuring diende meestal nog een deel van het subsidievoorschot worden terugbetaald.

 

De gemeente betaalde ieder jaar 30 procent van het subsidiebedrag aan de vereniging. maar voor het gebruik van het schoollokaal moest bijvoorbeeld in 1928 aan huur f. 75-, schoonmaakkosten f. 40- en aan verlichting en verwarming f. 40- aan de gemeente worden afgedragen. Mevrouw Klasen vond dat er een eigen gebouw gesticht moest worden. Niet iedereen was het met haar eens en voorlopig kwam er geen ruimte. In 1934 kwam mevrouw Willinge Prins-Visser uit Schipborg in het bestuur en ook zij was van oordeel dat er zo spoedig mogelijk een gebouw moest komen. De stichting van een gebouw, waar les gegeven gaat worden in koken, huishoudelijk werk, huishoudelijke vakken, naaldvakken, lager onderwijs van land- en tuinbouw in een passende omgeving zal in een grote behoefte voorzien. Alle groepen van de bevolking zullen aan dit onderwijs kunnen deelnemen en het zal de saamhorigheid bevorderen. Mevrouw Rienks werkte destijds als jonge onderwijzeres aan de lagere school te Nieuw Annerveen en vertelde dat zij in Annen haar eerste lange jurk onder leiding van mevrouw Lameris had gemaakt. In samenwerking met de Industrieschool van Groningen en mede door de goede busverbindingen met Annen, kwamen deze naaicursussen tot stand. Verder werd er begonnen met het uitlenen van boeken, waarvoor de eerste 60 boeken uit de leeszaal  Assen kwamen.

 

 

Vooral door de goede contacten van mevrouw Willinge Prins werd van verschillende instanties subsidie verkregen. Er werd in 1936 onder meer een uitgebreid rapport geschreven naar het bestuur van de Nederlandse Bond voor Volkshuizen te Rotterdam met het verzoek om een bijdrage te leveren voor de bouw van het dorpshuis. Groot was de vreugde van de vereniging toen ze f. 3.000 kregen toegekend. Tevens werd er nog een lening van f. 1.000 aangegaan. De gemeente-opzichter van Houten maakte een ontwerp. 

Na wat moeilijkheden kon een gedeelte van de tuin achter de woning op het adres Brink 12 van oud gemeentesecretaris Mulder worden aangekocht. Na goedkeuring door de Vereniging tot Bevordering van Nijverheidsonderwijs voor meisjes op het platteland, werd met deze Vereniging een huurcontract aangegaan voor drie jaar waarbij ze overeenkomen, dat ze 14 uur in de week per jaar onderwijs geven en f. 120 huur betalen. Voorts werden er ook bedragen vergoed voor het schoonhouden, verlichting en verwarming tijdens de cursussen. Op 24 september 1938 werd het gebouw geopend door de Commissaris der Koningin van Drenthe. Mevrouw Klasen heeft de opening nog mee mogen maken, maar overleed kort daarna op 15 januari 1939 te Assen.

 

In mei 1940 begon de Tweede Wereldoorlog en in de eerste jaren ging het allemaal nog redelijk. Al snel na de Duitse inval kwam er bijvoorbeeld nog een cursus ‘maak zelf uw hooikist’. Door de veranderde omstandigheden verwachtten de Vereniging van Plattelandsvrouwen, afd. Annen en Anloo, dat ze in de toekomst wel eens zuinig zouden moeten zijn met petroleum en andere brandstof en dan zou een hooikist goede diensten kunnen bewijzen. De deelnemers kregen tegen een betaling van twee kwartjes een les van drie en een half uur. In 1941 werd nog begonnen met een kleuterklas onder leiding van Henny Zandvoort (na haar huwelijk bekend als mevrouw Braams-Zandvoort). Zij werd bijgestaan door een volontair die in het dorpshuis werkte. In 1943 kwam alles onder toezichtstelling van Volksontwikkeling en Volkscultuur en viel het Dorpshuis onder de Centrale Vereniging voor de Opbouw van Drenthe. Aangezien de leider van Opbouw Drenthe een volbloed N.S.B.-er was, trad bijna het voltallig bestuur af. In de herfst van 1944 werd het dorpshuis in gebruik genomen door de Duitse bezetters. Onder meer een kookkachel en een naaimachine werden in bruikleen meegenomen door enkele personen. Schriftelijk werd beloofd om bij een eerste aanmaning de materialen terug te brengen.

 

 

Na de bevrijding werd het gebouw door de Canadezen gevorderd en pas begin oktober 1945 kon het erg verwaarloosde gebouw weer gebruikt worden. Onder meer door de oorlogstijd  moest er bovendien een nieuw bestuur worden gekozen. Mevrouw Willinge Prins werd nu voorzitter en de rest waren allemaal nieuwe bestuursleden. Mevrouw Rienks kwam in mei 1946 als onderwijzeres aan de lagere school te Annen en werd secretaris van de vereniging. Na de oorlog ging het weer de goede kant op met het dorpshuis. Door huis aan huis bezoek om leden te werven, steeg het aantal leden naar 248. De verschillende cursussen begonnen weer en bakker Koopman stelde zijn tuin aan De Wolden beschikbaar voor tuinbouwlessen. Er waren regelmatig bijeenkomsten van de Nederlandse  Hervormde Kerk, Commissie Dorpsbelangen, Plattellandsvrouwen, Padvinders, zittingen van het Consultatiebureau voor zuigelingen en zelfs de tandarts hield hier zijn spreekuur. Volgens mevrouw Rienks was het hoogtepunt het bezoek van Koningin Wilhelmina op 14 juli 1947 aan het dorpshuis van Annen. 

In Annen werd toen ook een start gemaakt met de bouw van een Lagere Landbouwschool en voor tijdelijke huisvesting van de leerlingen werd onder meer het dorpshuis gebruikt. Er volgde een kleine verbouwing waarbij het ‘kolenhok’ werd veranderd naar directricekamer. Om iedereen te kunnen huisvesten werd in 1948 zelfs de Nederlands Hervormde Kapel, aan de Zuidlaarderweg 66 gehuurd.[1]

 

Reeds eind 1946 ging er al een verzoek naar het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen om een Landbouwhuishoudschool te mogen bouwen. Dit verzoek werd ondersteund door het Drents Landbouw Genootschap (D.L.G.) en de gemeenteraad. Zuidlaren meende er meer recht op te hebben, maar burgemeester Willinge Prins en zijn echtgenote wisten de leidinggevenden in Den Haag ervan te overtuigen dat de school het beste in Annen paste, dank zij al de landbouwhuishoud cursussen, die hier al jaren werden gegeven.

 

Er werd een deel van de tuin aangekocht van mevrouw Kasemir-Veldstra, Brink 10. Verder verkocht de gemeente voor het symbolische bedrag van f. 1,- grond aan de vereniging voor uitbreiding van de groentetuin. Met het D.L.G. ging de vereniging een overeenkomst aan gedurende 30 jaar voor de jaarlijkse huur van het schoolgebouw voor f. 4178,81. Uitdrukkelijk werd daarbij vastgelegd dat na de schooluren het dorpshuis de vrije beschikking kreeg over het oude gedeelte van het gebouw, mits na gebruik schoon opgeleverd. Verder werd een lening van f. 50.000 aangegaan bij de Rabobank. Op 29 april 1949 werd door de gemeente een bouwvergunning verleend voor het vergroten van het dorpshuis tot huishoudschool en kon er worden gebouwd. Tijdens de verbouwing werden de leerlingen ondergebracht in de Kapel, de zaal van Schuiling en de Brandweerschuur. De totale bouwkosten bedroegen f. 62.143,63 en op 9 maart 1950 vond de opening van de Lagere Huishoudschool plaats met een ontvangst bij café Schuiling.

 

Door een noodlottig ongeval overleed op 4 april 1950 de heer Willinge Prins, burgemeester van de gemeente Anloo. Zijn echtgenote, mevrouw Willinge Prins verliet in 1952 deze gemeente en zij werd

de eerste vrouwelijke hoogleraar in de Landbouwhuishoudkunde te Wageningen. Burgemeester Lambers volgt haar op als voorzitter van de stichting.



[1] Meer info over de bouw van dit kerkje, leest u in de TOEN, Nr. 2, 2009.

 

Door het overweldigende aantal aanmeldingen van leerlingen, is de school direct al te klein en is er voor de kleuterschool en ‘dorpshuiswerk’ eigenlijk geen ruimte meer. In 1953 wordt met de uitbreiding en verbouwing aan de achterkant van de school begonnen. Bij de heropening in 1954 van de Lagere Landbouwhuishoudschool gaat voorzitter Lambers verder terug in de geschiedenis en hij bedankt het Dorpshuis, dat als moeder langzamerhand door de dochter de deur wordt uitgewerkt. Volgens de voorzitter zullen moeder en dochter nog drie jaar bij elkaar over de vloer verkeren, maar daarna heeft de gemeente een nieuw onderdak aan het Dorpshuis te bieden en staat de dochter op eigen benen.

 

In 1956 wordt er een nieuwe lagere school gebouwd waar tevens het dorpshuis, twee kleuterklassen, een gymlokaal en een badhuis[1]  in worden gevestigd. Het Drents Landbouw Genootschap (D.L.G.) neemt de huishoudschool over, inclusief het dorpshuis. Voor het dorpshuisgedeelte komt nu voor de Stichting Dorpshuis een mooi bedrag beschikbaar waardoor het dorpshuis financieel meer armslag krijgt en worden er allerlei materialen aangeschaft, zoals een piano, televisie, projectieapparaat, pingpong tafels, serviesgoed, enzovoort.

 

 



[1] Meer informatie over het Badhuis leest u in de TOEN 2006, nr.1

Het uitlenen van boeken geschiedde nog steeds vanuit het Dorpshuis, maar vanaf 1971 krijgt Annen een eigen bibliotheekgebouw aan de Kruisakkers.

 

Om meer ruimte te krijgen in de lagere school wordt in 1977-1978 vóór het voetbalveld een nieuwe sporthal (Burgemeester Lambershal) gebouwd en hier aan vast wordt tevens het nieuwe Dorpshuis gebouwd. Nog steeds biedt het Dorpshuis veel gastvrijheid aan de vele verenigingen in ons dorp.

  

Bronnen:

-Archiefstukken van het dorpshuis                                                                             

-Gedenkboek ‘Bij het scheiden van de school’

 

          

Op 29 oktober 1925 werd Ons Dorpshuis opgericht en bestaat op 29 oktober 2025 100 jaar!

 

We zijn de historische vereniging Annen dankbaar voor het uitpluizen en prachtig publiceren van onze geschiedenis in hun publicatie "Toen".